Het boek begint in Amerika. In de titelnovelle introduceert Handke Valentin Sorger, een geograaf die naar Alaska is gegaan om de oerstructuren van de bodem te onderzoeken. Hij besluit na enige tijd naar Europa terug te keren, maar wikkelt eerst nog enige zaken af aan de westkust van Amerika.
In het tweede deel van het boek, De leer van de Sainte-Victoire, wordt Sorger geïdentificeerd als een projectie van de auteur, die nu rechtstreeks schrijft over zijn strijd om zichzelf en zijn kunst te reconstrueren door een bedevaart te ondernemen naar de berg die Cézanne steeds opnieuw schilderde.
Het derde deel, Kindergeschiedenis, is een prachtig geobserveerd, ontroerend verslag van een nieuwe vader en zijn liefde voor zijn opgroeiende dochter.