'Net als de Spartaanse Helen veroorzaakte ik een oorlog. Zij veroorzaakte de hare door zich te geven aan de mannen die haar wilden. Ik veroorzaakte de mijne, omdat ik niet aan een man gegeven wilde worden; ik koos mijn eigen man en daarmee mijn lot. De man was beroemd, het lot duister; geen slechte balans.'
Lavinia, dochter en metgezel van koning Latium, heeft eindelijk de leeftijd bereikt om te trouwen. In de weken na haar verjaardag bezoeken meerdere kandidaten het paleis. Haar moeder geeft de voorkeur aan een bloedverwant: koning Turnus van Rutulia. Hij is knap, heldhaftig en heeft alles wat een jong meisje zou willen, maar Lavinia droomt van een andere man. Haar hart ligt bij de machtige Aeneas van Troje, een krijger over wie ze alleen heeft gehoord van een dichter die verschijnt in haar dromen en haar overtuigt van hun gezamenlijke toekomst. Als Lavinia weigert te trouwen met Turnus weet ze dat ze een oorlog zal ontketenen – maar haar lot werd verzegeld op het moment dat de dichter aan haar verscheen en sprak over de liefde van haar leven.