In De lege familie schetst Colm Tóibín levens vol onuitgesproken en onbewuste verlangens. De hoofdpersonen zijn individuen die, vaak bewust, gebroken hebben met hun verleden. Zoals de jonge Pakistaanse Malik, die in Barcelona op zoek gaat naar een plek om te aarden en verwikkeld raakt in een verboden affaire. Of Frances, een Ierse vrouw die met tegenzin terugkeert naar Dublin en een stad aantreft die weigert haar lange afwezigheid te erkennen. Elk van Tóibíns verhalen is een wereld op zich: verhalen over de vlucht weg van het verleden en de terugkeer naar huis, en over verbroken en opnieuw aangehaalde familiebanden.