Lenneart Nijgh werd in 1945 in Haarlem geboren en hij overleed in 'zijn stad' in 2002. Tijdens zijn middelbare schooltijd op het Coornhert Lyceum Ieerde hij Boudewijn de Groot kennen. Die vriendschap is zijn hele leven blijven bestaan en was de basis voor zijn succes ais tekstdichter. Niet alleen Boudewijn de Groot zong zijn lie- deren maar 00k vele anderen zoals Rob de Nijs, Liesbeth List, Astrid Nijgh, Ad‘ele Bloemendaal, Mathilde Santing en Lucretia van der Vloot. Er zijn in de loop cler jaren veie albums en CD'S verschenen met zijn liedteksten. Lennaert wist steeds de tijclgeest succesvol in soms kriti- sche teksten te verwoorden. Ook schreet hij teksten voor hoorspelen en musicals. Hij kreeg diverse Edisons en de Gouden Harp. in 2000 werd hij samen met Boudewijn de Groot benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. in Haarlem en omgeving is hij tevens bekend geworden ais column- schrijver in Haarlems Dagb/ad en als auteur van geschiedkundige ver- halen. Deze laatste zijn gebundeid in de uitgave Haar/em bestaat niet (1995). Veie van zijn columns zijn uitgegeven in Stad van Hout (1989) en na zijn dood in N09 even en ik zie de heme/ weer (2003). Zijn liedteksten zijn gebundeld in de uitgave Ik doe wat ik doe (2000). De bundel Lennaert Nijgh Verbee/d is een hommage aan de schrijver. Opgenomen zijn een aantal van zijn typisch Haarlemse columns en liedteksten, twee aan Lennaert gewijde gedichten van Boudewijn de Groot en Astrid Nijgh, een column van Theodor Holman, een gesprek met Boudewijn de Groot en twee aan Lennaert gewijde necrologieén.