Ze dacht zelden aan hem of aan hun ontmoeting ruim een jaar geleden maar soms, wanneer ze op een mooie dag met Eva in het park wandelde en het zonlicht scherp en hard was waardoor alles er onwerkelijk echt uitzag, zag ze opeens Brussel voor zich zoals ze dat toen had gezien, op die ongewoon warme zaterdagmorgen in februari. Een graad of vijftien, zestien was het geweest en ze had een zware leren jas aan omdat het de dagen ervoor nog koud was en regende. Ze was op weg naar het station. Het was heel vroeg en er waren nauwelijks mensen op straat. De vroege zon kleurde de stad geel en er hing een vochtige nevel in de straten.
Dan hield het meestal op. Ze zag nooit meer dan een glimp van Brussel, maar misschien kwam dat omdat ze nooit eerder in de stad was geweest. En daarna ook niet meer. Een enkele keer probeerde ze de herinnering compleet te maken, met Tim erbij en het concert en wat er daarna was gebeurd in het hotel, maar het lukte haar nooit. Dan gleed de stad met de vochtige, zonnige straten en het gele licht vanzelf uit haar gedachten en dan was het weg.'
Zo begint de nieuwe roman van Christine Otten. Een spannend en mysterieus verhaal over een jonge vrouw, verborgen herinneringen en een obsessieve liefde voor muziek.