Desondanks gaat Vitor steeds meer aan zichzelf twijfelen. Want als geen van de door hem geschreven verhalen door hemzelf verzonnen zijn, mag hij zichzelf dan wel een schrijver noemen?
Als dan ook nog eens door zijn aanwezigheid in Lentemeer een Ork, een reusachtige vis en een magiër verschijnen die een serieuze bedreiging lijken te vormen voor het stadje, begint Vitor zich echt af te vragen of het succes dat hij nastreeft wel opweegt tegen wat hij zijn inspiratiebron aandoet.