In 1925 vestigt Leonie Pütz, 24 jaar oud, zich in het Amsterdam van de roaring twenties. Dankzij haar acteertalent weet deze opvallende schoonheid, afkomstig uit het Duitse Aken, vrijwel direct door te dringen tot de top van het Nederlandse toneel, waar ze optreedt met de grootste namen van die tijd. Niemand kent echter haar achtergrond als spionne voor Duitsland; weinigen weten dat ze ook voor Nederlandse, Engelse en Franse inlichtingendiensten actief is.
Leonie beheerst het spionagevak tot in de finesses. Mannen op hoge posten vallen voor haar geraffineerde charme en scherpe intellect. Velen raken levenslang verstrikt in haar web. Als ze tijdens de oorlog twee rivaliserende Duitse geheime diensten tegen elkaar uitspeelt, wordt ze gearresteerd en met een doodvonnis naar Ravensbrück gestuurd. Ze weet deze nachtmerrie te overleven en speelt na haar terugkeer een prominente rol in het Bureau Nationale Veiligheid, Nederlands eerste naoorlogse inlichtingendienst. Als Leonie, geheel aan lager wal geraakt, in 1978 onder vreemde omstandigheden overlijdt, slaakt menig Nederlander een zucht van verlichting.
Leonies leven wordt in deze biografie geanalyseerd op basis van diepgaand archiefonderzoek. Prangende vragen gaat dit boek niet uit de weg: Waarom werd ze aangeklaagd voor oorlogsmisdaden? Welke bekende Nederlanders kon ze chanteren en naar haar pijpen laten dansen? Heeft prins Bernhard zich in 1942 aangeboden als stadhouder van Nederland?