Leontien van Moorsel (1970) zette het wielrennen voor vrouwen in Nederland op de kaart en won alles wat er te winnen viel. Ze behaalde o.a. vele Nederlandse, wereld- en Olympische titels, werd vele keren Sportvrouw- en Wielrenster van het Jaar, kreeg de Ereprijs van de Nederlandse Sportpers en werd Wielrenster van de Twintigste Eeuw. Wanneer ze aan het einde van haar wielercarrière in 2005 haar fiets in de nok van het Sportpaleis Ahoy ziet verdwijnen is ze de meest gelauwerde Nederlandse sportvrouw aller tijden en de beste wielrenster ter wereld. Leontien is het toonbeeld van wilskracht, een sterke vrouw die is teruggekomen uit een diep dal. Ze heeft alle beloften waargemaakt die ze deed als Malle Tinus uit Boekel, het meisje dat op haar vijftiende voor het eerst Nederlands kampioene werd. Ze heeft de grenzen van haar sport verlegd, als is ze er met schade en schande achter gekomen dat sommige van die grenzen zich in haarzelf bevonden. De gedrevenheid van Leontien van Moorsel is een voorbeeld voor velen. Maar hoe hoog was de prijs van het succes? En hoe kreeg ze het voor elkaar om ondanks de vernietigende anorexia topprestaties te leveren? Gert Jan de Vries schetst in deze interpretatieve biografie een levendig portret van ‘de gezellige Brabantse meid’ die op eigen kracht het dameswielrennen tientallen jaren de toekomst in katapulteerde. Met veel onbekende details, fotokatern, verantwoording en een overzicht van alle zeges die Van Moorsel behaalde. Gert Jan de Vries (1963) vertaalt en recenseert, is samensteller van de Canon van de Europese poëzie (i.s.m. met Ilja Leonard Pfeijfer) en schreef o.a. de wielrenparodie Tour de Farce waarover Pieter Waterdrinker zei: ‘echt heel goed en origineel.’