Leopold broedt op ideeën. Nadenken over gevoelens is iets voor zwakkelingen. Liever zou hij zich concentreren op belangrijker zaken. Tuinieren? Biggetjes houden? Maar zijn terras is van steen en varkens nemen veel ruimte in. Kippen? Dat is het! Kippen en kuikentjes!
Leopold spoedt zich naar de eierboer in het winkeltje op het plein, gevuld met huisvrouwen en boodschappentassen. Hij haat boodschappentassen, maar negeert de dames en legt de Spaanse winkelier met handen en voeten uit wat hij wil. De man begrijpt hem meteen. Eenmaal buiten begint Leopold beheerst aan de tocht omhoog naar zijn huis. Hij moet de eieren warm houden! En hij wil met liefde voor zijn kippetjes zorgen. De warmte van deze gedachte laat hem de koude, zwijgende ruzie met zijn dochter bijna vergeten.
Jowi Schmitz' roman vertelt het verhaal van een wonderbaarlijk inventieve oude man, die toewijding en gevoelens lastig vindt, en zijn familie met een kippenhok verwart, omdat kip en kuiken zijn aandacht zonder aarzeling accepteren.