Deze dubbelroman – de autobiografie van een snoeverige kater, een nazaat van de Gelaarsde Kat van Ludwig Tieck, en de biografie van een romantische componist, die de inspiratiebron vormde voor de pianocyclus Kreisleriana van Robert Schumann – combineert een gewaagde, modern aandoende vertelstructuur met een amusante, gevarieerde handeling. Het boek vormt een hoogtepunt in de geschiedenis van de Duitse romantische literatuur en de Europese humoristische roman.