Moet in een necrologie een oordeel worden geveld over het leven van een overledene? Hoe betrouwbaar zijn doodsberichten in de krant, die heet van de naald zijn geschreven? En hoe lang blijven fouten en oneffenheden in necrologieƫn de dode achtervolgen?
Waarom is in de Britse pers de obituary zo populair? En zegt die populariteit iets over de verandering waaraan de pers momenteel onderhevig is? Het zijn prikkelende vragen waarop in deze bundel achtereenvolgens de historicus Doeko Bosscher en de journalisten H.J.A. Hofland en Peter Brusse een antwoord geven - en daarmee het genre een nieuwe impuls geven. De bundel bevat ook bijdragen van de academici Sophie Levie en Henk te Velde.
Bovendien heeft Jeroen Brouwers, schrijver en specialist in het genre, een bijdrage geleverd waarin zijn fascinatie voor het levenseinde, al dan niet zelf gekozen, tot volle bloei komt. Brouwers buigt zich over de vraag: 'Zit de dood van een schrijver in zijn werk?'