Kort na zijn achttiende verjaardag doet Julius Visser een schokkende ontdekking: zijn vader en moeder blijken niet zijn biologische ouders te zijn. Omdat Julius geen bevredigende antwoorden krijgt, gaat hij op zoek naar zijn afkomst. Zijn speurtocht leidt naar een kliniek voor vruchtbaarheidsbehandelingen waar zich praktijken afspelen die het daglicht niet kunnen verdragen. Het brein achter de kliniek is de steenrijke Eduard Manshold, een gynaecoloog met een onberispelijke reputatie. Manshold voelt zich bedreigd, maar Julius is niet van plan hem met rust te laten voor hij achter de waarheid is. En dan blijkt dat het soms beter is niet alles te (willen) weten. Julius raakt verstrikt in een web van persoonlijke, financiële en politieke belangen.