Ingeborg is zesendertig en staat midden in het leven. Ze heeft een zoon van twee, een dochter van drie maanden, een eigen bedrijf en heel veel levensgeluk. Dan krijgt Ingeborg opeens een epileptische aanval. De oorzaak slaat in als een bom: een grote hersentumor, rechts voor in haar hoofd, vermoedelijk operabel, maar ongeneeslijk en daarom zeker levensverkortend.
Hoewel Ingeborg heen en weer geslingerd wordt tussen emoties van verdriet, onzekerheid en angst tijdens het ondergaan van onderzoeken en een levensbedreigende operatie, wordt in haar binnenste het vuur alleen maar aangewakkerd. Ze heeft haast om alles te doen, en wel meteen. Haar leven moet opeens haarscherp in kaart gebracht worden. Heb ik ergens spijt van? Verlang ik nog ergens naar? Is mijn relatie nog bijzonder genoeg?
In Levenshaast vertelt Ingeborg haar rauwe, authentieke en krachtige verhaal over leven met een tikkende tijdbom in je hoofd. Over haar spijt en haar verlangens, haar verdriet en haar optimisme en haar rotsvaste geloof in de kracht van het nu.