De klas van Levi leert een nieuw liedje. Het gaat over een prinsesje in het bos.
Als Levi zingt is het net of er vlinders uit zijn keel het klaslokaal in fladderen. En als hij danst is het net of de vlinders op zijn armen landen. Zijn benen worden dan springende, huppende haasjesbenen.
Om de beurt mag een kind uit de klas het prinsesje zijn. Maar als Levi aan de beurt is, schrikt hij. Plotseling zijn alle vlinders en haasjes het raam uit, verdwenen, ontploft. Het liedje gaat toch niet over hem? Hij is een jongen. Hoe kan hij dan het prinsesje zijn?
Een ontroerend prentenboek over ontdekken wie je bent.