Het verhaal begint als een jonge boer uit Kadis naar de stad gaat om daar de vrouw uit zijn dromen te zoeken. Omdat zij niet blijkt te bestaan, neemt hij een drachtig konijn mee terug. De boer sterft nog diezelfde dag; het konijn is besmet met de pest. Slechts zes dorpsbewoners overleven de epidemie die vervolgens in het dorp uitbreekt. En dan begint de ellende pas goed in Kadis. Want hoe moeten de bezittingen van de talloze doden verdeeld worden? Elke overlevende heeft goede gronden de nalatenschap van deze of gene op te eisen, en als hij die gronden niet heeft, verzint hij ze wel. Zo ontstaat er in Kadis een nieuwe ordening die geheel gebaseerd is op leugens en bedrog. De chaos gaat de natuurlijke orde lijken en alle wetten en vanzelfsprekendheden verkeren in volstrekte willekeur. De waarheid bestaat eenvoudigweg niet meer, en alles is mogelijk geworden. Vandaar dat er ook steeds wonderlijker gebeurtenissen gaan plaatsvinden in het dorp...