Lief leven vormt de neerslag van de grote liefde voor het land van herkomst van de auteur, Java, en zijn verliefdheid op ‘zijn jongen’, Teguh. Het resultaat bruist van stemmingswisselingen: van innige ontroering tot meedogenloze woede. Er is sprake van vredig beleden fatalisme, Lebensbejahung en vooral ook een alles relativerende humor.