Na de dood van haar man moet Heidi verder met haar leven. Samen met haar zoontje en haar zestienjarige nichtje gaat ze op vakantie naar het familiehuis in de Provence. Maar bij aankomst is de rust ver te zoeken. Het huis is verwaarloosd, de kinderen zijn lastig, en al hun spullen zijn onderweg gestolen. Gelukkig is daar Julien, de buurjongen met wie Heidi vroeger altijd speelde. Hij is van een bokkige puber veranderd in een o zo charmante, hulpvaardige Fransman. Misschien een beetje té hulpvaardig?