De verteller in Liefde is voor vrouwen probeert zich een persoonlijke geschiedenis toe te eigenen, een geschiedenis die hij niet kent, omdat er tussen zijn biologische afkomst en feitelijke leven een adoptie staat. Ooit, in een `zorgeloos, onbezwangerd moment´ rond 1960, moet de vrouw die hem baarde een man zijn tegengekomen - (Donker) - in Londen. De feiten kent hij uit de adoptieformulieren, maar het bijbehorende verhaal moet hij er zelf bij verzinnen - Liefde is voor vrouwen is een deels fictieve reconstructie.
Er is moeder A., die hem heeft aangenomen, en er is moeder B., die hem de geboorte schonk en meteen daarop naar een Nieuw Land vertrok, vele oceanen verder. En er zijn mannen: donker, met kroeshaar, die mogelijk zijn vader zijn, en anders altijd zijn geliefde kunnen worden. Want: `Het incest-taboe geldt niet voor geadopteerden.´
`Liefde is voor vrouwen,´ houdt zijn grote, zwarte minnaar hem voor, `wij hebben de vriendschap en de sex.´
Liefde is voor vrouwen is een rauwe, en tegelijkertijd poëtische roman, waarin de hoofdpersoon probeert de sexuele verwarring op te lossen en het etnische dilemma van de `halfbloed´ te bezweren. Uit alle macht doet de verteller een poging het leven met zijn biologie en genen naar zijn eigen schrijvershand te zetten. De roman is geschreven dicht op de huid van de personages en ontroert door haar heldere intimiteit.
Liefde is voor vrouwen is de eerste en enige roman van Stephan Sanders.
Eerste uitgave: 2002