Mathilde de Stuwen is een meisje dat, na enige jaren op een kostschool te hebben gezeten weer terug komt in Amsterdam bij haar vader. Daar pakt zij de draad van hun eenzame leven weer op, net als haar oude vriendschap met een huisvriend die al jaren bij hen thuis komt, de 13-jaar oudere Jozef van Wilden. Na een tijdje wordt zij verliefd op deze Jozef, en hij vraagt haar met hem te trouwen. Natuurlijk wil Mathilde dat, maar zij is bang om haar vader te verlaten en hem eenzaam in het huis te laten sterven. Daarom stellen Jozef en zij het moment dat Jozef de hand van Mathilde aan de oude De Stuwen gaat vragen steeds uit. Uiteindelijk kan dat natuurlijk niet meer, en Jozef vraagt de hand van Mathilde, wiens vader instemt. De maanden erna, totaan het huwelijk, verlopen rustig. Mathilde voelt zich echter wel triest dat zij haar vader gaat verlaten en samen met Jozef in een huis gaat wonen.