’Met de trage onverschilligheid van een dier, niet gebonden door de tijd, draait ze haar hoofd naar rechts. De plek waar het geluid vandaan komt. Heel even knippert ze nerveus met haar amandelvormige ogen, die mat en mysterieus weggezonken liggen tussen de naar voren stekende jukbeenderen. Een ongewoon, vreemd aandoend, bijna exotisch mooi gezicht. Ze staat op, loopt naar het raam en trekt het gordijn opzij. Met haar linkerwang tegen het glas gedrukt, tuurt ze de weg af. Nieuwsgierig en bij voorbaat al sterk geboeid door wat er komen gaat...’
Zo begint De liefdesboom, het langverwachte nieuwe boek van Jos Vandeloo, dat ook de lezer zelf vanaf de eerste pagina boeit en in zijn greep gevangen houdt door de vreemde betovering van het bizarre gegeven.
Een man, drie vrouwen en een boom zijn de hoofdrolspelers in dit hoogst ongewone en fantastische liefdesverhaal, dat een vreemde mengeling brengt van realiteit en magie, passie en onbegrip, verdichting en werkelijkheid. De liefdesboom speelt zich af op twee plaatsen: in de drukte van de grote stad en in de immense eenzaamheid van Niemandshoek, een verafgelegen en verlaten uithoek aan het eind van de bewoonde wereld. In Niemandshoek staat maar één huis, hoog en smal, en het lijkt alsof het is weggeplukt uit een straat in de grote stad. Het huis staat aan het einde van een haast onberijdbare weg, die doodloopt bij een houten voetgangersbrug over de rivier.
De liefdesboom ontrolt zich voor het oog van de lezer als de hedendaagse versie van een noodlotsdrama uit de oudheid.
Zo begint De liefdesboom, het langverwachte nieuwe boek van Jos Vandeloo, dat ook de lezer zelf vanaf de eerste pagina boeit en in zijn greep gevangen houdt door de vreemde betovering van het bizarre gegeven.
Een man, drie vrouwen en een boom zijn de hoofdrolspelers in dit hoogst ongewone en fantastische liefdesverhaal, dat een vreemde mengeling brengt van realiteit en magie, passie en onbegrip, verdichting en werkelijkheid. De liefdesboom speelt zich af op twee plaatsen: in de drukte van de grote stad en in de immense eenzaamheid van Niemandshoek, een verafgelegen en verlaten uithoek aan het eind van de bewoonde wereld. In Niemandshoek staat maar één huis, hoog en smal, en het lijkt alsof het is weggeplukt uit een straat in de grote stad. Het huis staat aan het einde van een haast onberijdbare weg, die doodloopt bij een houten voetgangersbrug over de rivier.
De liefdesboom ontrolt zich voor het oog van de lezer als de hedendaagse versie van een noodlotsdrama uit de oudheid.