"Liefdespijn van Starbucks tot rotswoestijn" is een prozagedicht met expressieve lading, een rock'n'roll-partituut met woorden vol verglijdende ritmes. Bart Stouten bedient zich heel gul van een suggestieve, door symbolische en surrealistische herinneringen geïnformeerde stijl. Daarmee voert hij niet zozeer de weergaloze schoonheid van Namibië op, ervaren tijdens een recente reis, als wel de leegte, de armoede, de pijn van een 'woestijn' in overdrachtelijke zin. Een woestijn die hij als in het centraal station van Antwerpen laat beginnen. In verzen die oerangsten en oerdriften verstoppen onder de schijn van geluk die het moderne bestaan met haar mercantiele agenda probeert te bewaren, speelt Stouten de onherbergzaamheid van de Namib uit tegen het spiritueel vacuüm in het - ooit rijke, maar nu verarmde - Avondland. En dat doet hij met kreten en citaten en catchphrases, tot aan de grens van de mentale uitputting. Zoals in concrete poëzie worden ook typografische en collage-elementen benut om de gedachten tot uitdrukking te krijgen. Ook de bladspiegel speelt mee in de expressie van een gemis, dat naar de kern van Stoutens ervaring in de tijd gaat. Het zijn dus minder de olifanten en leeuwen die onze aandacht zoeken, in deze tekst, dan wel de zacht verglijdende zandduinen van verveling, de ondrinkbare koffies en treinen die nergens heen gaan. De liefdespijn wordt een muzikaal uitgewerkt, gelaagd thema. "Liefdespijn" klinkt als een stille schreeuw die een nieuwe toon zoekt voor de eenzaamheid van de 21ste eeuw.