‘Ik zou heel graag eens over iets anders schrijven dan de dood, en was dat ook aan het doen. Toen werd mijn partner ziek, en overleed hij. Nu is er, meer dan ooit, geen ander onderwerp. In Lijfrente beschrijf ik de liefde tot – maar ook nadat – de dood ons scheidde. De fysieke intimiteit die steeds verder overschaduwd wordt door zorg, en uiteindelijk door rouw. De levensfase die de meeste mensen, ook ik, pas veel verderop voor zichzelf bedacht hebben.’ Lijfrente is een direct verslag van het eerste jaar na een verlies. Tuinman schrijft over rouw die bij iedere nieuwe ronde weer totaal anders is. Over wat blijft, nadat iemand gestorven is. En over de pogingen om een overleden geliefde zo veel mogelijk te laten bestaan en tegelijkertijd zelf te blijven voortbestaan. Door te dichten houdt ze hem halsstarrig in beweging. De gedichten zijn net zo kwetsbaar als hun onderwerp.