Als ze in het najaar van 664 in Rome is wordt ze samen met Broeder Eadulf gevraagd de moord op de aartsbisschop van Canterbury te onderzoeken. De hoofdverdachte is de Ierse monnik Ronan en Bisschop Gelasius is bang voor het opvlammen van een conflict tussen de Ierse en Saksische koninkrijken, als Ronan zonder een gedegen onderzoek veroordeeld wordt.