Poesjkin heeft ondanks zijn korte leven een groot oeuvre nagelaten. Zijn lyriek omvat ruim achthonderd gedichten en hij schreef een aantal 'novellen in verzen' die tot de hoogtepunten van de Russische literatuur worden gerekend. Daarnaast is hij de auteur van een klein maar briljant corpus toneelwerken – zijn Boris Godoenov inspireerde Moesorgski tot diens grootse opera – en van een aantal wondermooie sprookjes. Zijn magnum opus, Jevgeni Onegin (bij ons nog altijd beter bekend in de fenomenale operabewerking van Tsjaikovski), ontstond tussen 1823 en 1831.
Poesjkins had het vaak over 'het nederig proza'. Hij stierf te jong om op dit terrein veel te produceren – hoewel we het altijd nog hebben over ongeveer vijfhonderd manuscriptpagina's fictie en drie keer zoveel non-fictie, naast zo'n achthonderd brieven – maar wát hij naliet zou voor al zijn grote landgenoten, van Gogol tot Tsjechov, het stilistisch ijkpunt bij uitstek worden.
"Hans Boland heeft ons een kraakheldere en springlevende Poesjkin gegeven; zijn vertaling van het Verzameld Werk is een triomf." - Tommy Wieringa
Poesjkins had het vaak over 'het nederig proza'. Hij stierf te jong om op dit terrein veel te produceren – hoewel we het altijd nog hebben over ongeveer vijfhonderd manuscriptpagina's fictie en drie keer zoveel non-fictie, naast zo'n achthonderd brieven – maar wát hij naliet zou voor al zijn grote landgenoten, van Gogol tot Tsjechov, het stilistisch ijkpunt bij uitstek worden.
"Hans Boland heeft ons een kraakheldere en springlevende Poesjkin gegeven; zijn vertaling van het Verzameld Werk is een triomf." - Tommy Wieringa