Gordo's leven belandt op een zijspoor wanneer hij in een verlaten loods een brief vindt, getekend: "A. en P. Stokmans". Bevangen door een onverklaarbare nieuwsgierigheid naar deze Stokmansen vangt hij een zoektocht naar hen aan, waar zijn oude vlam, Lobelia, onverhoopt bij wordt betrokken. Samen met een resem schaduwfiguren lopen ze lustig in cirkels, terwijl hogere machten het lot steeds zichtbaarder een handje helpen. In een neerwaartse spiraal van mijmeringen, uitstapjes en blinde conversaties vloeit alles en iedereen onvermijdelijk naar de drassige bodem van deze vertelling.