Loes Ham (Rotterdam, 1953), maakt materieschilderijen, werk waarop door gebruik van een medium, pigment en minder voor de hand liggende materialen als zand, gips of papier een meer of minder krachtig reliëf ontstaat. Bij de totstandkoming speelt toeval een grote rol. Ham beschikt over een ezel, die ze kan kantelen waardoor het nog vloeibare medium in beweging komt en onverwachte vlakken, lijnen en oneffenheden ontstaan. Het is een proces van sturen en loslaten. Door het reliëf wordt ook de invalshoek van het licht belangrijk.
Opvallend is Hams kleurgebruik. De primaire kleuren vindt zij te hard en direct en liever gebruikt ze versluierde tinten als donkerrood, oker en zwemen van blauw. Het werk doet hierdoor vaak mysterieus aan.
De schilderijen van Loes Ham zijn honderd procent abstract. In figuratie is zij niet geïnteresseerd. Daardoor is het geen gemakkelijk werk, waar men zo even langs kan lopen.
De natuur is voor haar een belangrijke inspiratiebron. Oeroude landschappen hebben haar voorkeur. De indrukken die ze opdoet tijdens lange wandelingen vinden hun weerslag in haar werk: 'Natuur is waar ik vandaan kom en waar ik heen ga.'
Het werk vraagt van de kijker een open en onbevangen blik, zonder verwijzing naar de ons omringende werkelijkheid - het is zijn eigen werkelijkheid. De kijker moet bereid zijn het te omarmen, zodat hij toegang tot het werk krijt, erin kan ronddwalen en zijn eigen emoties ontmoeten. Om dit niet te sturen, geeft zij haar werk geen titels.