Eeuwenlang stonden Nederlanders bekend om hun domheid en ongepolijste gedrag. Dat veranderde omstreeks 1500 onder aanvoering van Erasmus, die niet alleen geleerd en scherpzinnig was, maar ook tot navolging inspireerde. Nederlanders begonnen hun culturele inhaalrace, die uitmondde in de Gouden Eeuw, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich voor even het middelpunt van de wereld mocht wanen.
Lof der botheid biedt een aantal intrigerende snapshots uit de culturele emancipatie van de Nederlanders: hoe Willem van Oranje uitgroeit tot de grootmeester van de politieke propaganda, hoe Bredero de Nederlanders hun botheid nog eens stevig inwrijft, en hoe Vondel laat zien dat de Nederlanders wel degelijk vorderingen maken