Noor krijgt op haar verjaardag van tante Marjan een groot pak. Noor trekt het papier eraf en ziet een beer met een lichtbruine vacht, bruine ogen en een geel jurkje met rode stippen. Het is dus een vrouwtjesbeer en ze heet Lola. Lola is lief, maar ook eigenwijs. Noor neemt Lola overal mee naartoe. Ze gaan samen naar het strand, naar Madurodam en naar de zandbak. Natuurlijk beleven ze veel avonturen. Zo maken ze Lola-soep (waar papa heel erg vies van gaat kijken), wordt Lola verliefd op beer Romeo (die eigenlijk Henk heet) en mogen ze die keer dat het onweert bij papa in bed (waar ze gummibeertjes mogen eten).