De beschrijving van de luchtslag om Engeland in de zomer en herfst van 1940. Het boek kan ruwweg in drie delen verdeeld worden. In het eerste deel wordt een beschrijving gegeven van de sleutelspelers aan beide zijden; de piloten, bevelhebbers, uitvinders en wetenschappers: van Camm, de ontwerper van de Hurricane, Mitchell, die de Spitfire ontwierp, Willi Messerschmitt, bouwer van de Me-109 en Me-110, de RAF-bevelhebbers Park, Dowding (en diens schandalige behandeling na de slag), Leigh Mallory, de belangrijke rol van Lord Beaverbrook, tot de Duitse hoofdrolspelers Goering, Galland, en Sperle. Veel aandacht wordt besteed aan de verschillende trainingsmethoden, en hoe kort de trainingsperiode voor de Britse piloten werd naarmate de slag zich ontwikkelde; voorts de belangrijke rol van Poolse en andere buitenlandse piloten die voor de RAF vlogen. Het tweede deel behandelt de vliegtuigen – van tekentafel tot operationele inzet – met veel aandacht voor technische details, de sterke en zwakke punten (bijvoorbeeld het tekortschieten van de Me-110). Het derde deel is een beschrijving van de slag van dag tot dag. Deighton gaat uitgebreid in op de rommelige aanpak van de Luftwaffe gezien het enorme overwicht aan vliegtuigen en de grote praktische ervaring opgedaan in de Spaanse Burgeroorlog en in de eerste maanden van de oorlog. In de eerste fase van de slag was de tactiek van de Duitsers gericht op de vernietiging van radarinstallaties en vliegvelden; op effectieve wijze werd verdedigingspotentieel van de Britten ondermijnd. Maar net toen deze tactiek vruchten begon af te werpen besloten Goering c.s. Londen en andere steden te gaan bombarderen met grote gevolgen voor de burgerbevolking maar waardoor de RAF zich kon herstellen en nadien was het de Luftwaffe degene die de grootste klappen opliep.