Roman over de charmante nietsnut, Jean Christophe MacMahon, bijgenaamd Bôm. Hij is vertroeteld door zijn lieve, maar domme moeder, door een ongetrouwde, eveneens lieve maar domme tante, door zijn Javaanse minnares en zijn gefortuneerde, niet meer zo jonge vrouw. Tussen de vrouwen die hem in hun macht willen hebben en die door spanningen en emoties verteerd worden, komt Bôm hopeloos klem te zitten. Hij is te zwak van wil om zich te verweren en in zijn stoel liggend droomt hij van een teder en vredig geluk...