Aan de oorspronkelijke uitgave wordt zoveel mogelijk rechtgedaan door niet alleen alle illustraties van Madeleine Lemaire op te nemen maar ook de partituren van de vier composities voor piano van Reynaldo Hahn. De Nederlandse uitgave gaat echter nog een stapje verder. Er is een cd ingevoegd met de uitvoering van de vier composities en een voordracht van de gedichten uit het origineel.
En dat alles in een eenmalige, gebonden, genummerde, dus gelimiteerde, editie.
Marcel Proust is 10 juli 1871 geboren in Parijs. Als leerling van het lycée Condorcet schrijft hij met medelyceïsten bijdragen voor hun tijdschriftjes. Teksten van Les Plaisirs et les jours stammen naar eigen zeggen uit deze periode.
De luxe uitgave van Les Plaisirs et les jours was in 1896 allesbehalve een bestseller: begin 1919 lagen er van de oplage van 1500 nog 1171 exemplaren onverkocht op de plank. Maar ook in 1919 keert het tij. Voor À l’ombre des jeunes filles en fleurs, het tweede deel van zijn cyclus À la recherche du temps perdu, wordt Proust 10 december 1919 de Prix Goncourt toegekend. Van de ene dag op de andere is hij wereldberoemd.
Als in 1921 een van de volgende delen van de Recherche op zich laat wachten, stelt uitgever Gallimard voor een courante uitgave van Les Plaisirs et les jours op de markt te brengen. Proust, die zijn jeugdwerk altijd heeft gekoesterd als zijn eersteling, maar het ook angstvallig heeft onderscheiden van de Recherche, antwoordt:
Ik zou het betreurenswaardig vinden als Les Plaisirs et les jours, jeugdwerk, geschreven voor de militaire dienst, op de middelbare school, verschijnt voordat de Recherche du Temps perdu beëindigd is. Niet dat ik op Les Plaisirs et les jours neerkijk. En die debutantenstijl is beter dan die van nu. Maar alles zou in de war worden gestuurd als het dat lange konvooi, dat toch al zo moeilijk te volgen valt, in de wielen rijdt. Kunnen we net zo goed afzien van de laatste delen. Wanneer eenmaal alles klaar is, zullen Les Plaisirs et les jours in de smaak vallen geloof ik en een mooie oude dag beleven. Althans dat hoop ik.
In weerwil van deze uitdrukkelijke wens van Proust, die zijn magnum opus al zag ontsporen, heeft Gallimard in 1924, twee jaar na Prousts overlijden op 18 november 1922 en drie jaar voor het verschijnen van het laatste deel van de Recherche, het jeugdwerk laten herdrukken.
De vraag of Prousts vrees gegrond was, ligt nog steeds voor.