‘Als kind dacht ik dat ik nooit volwassen zou worden, omdat ik het niet wilde. En toen realiseerde ik me, nog niet zo lang geleden, dat ik een bepaalde lijn had overschreden, onbewust gehuld in de mantel van mijn chronologie. Hoe zijn we zo verdomd oud geworden, zeg ik tegen mijn gewrichten, tegen mijn ijzerkleurige haren. Nu ben ik ouder dan mijn lief, mijn overleden vrienden. Misschien word ik zo oud dat de New York Public Library zich verplicht voelt mij de wandelstok van Virginia Woolf te geven. Die zou ik koesteren voor haar, en ook de stenen in haar zakken. Maar ik zou ook blijven leven en weigeren mijn pen af te geven.’ – Patti Smith