Klaar en haar vader broeden op een ganzenei. Er komt een prachtig kuikentje uit, waar Klaar meteen voor gaat zorgen. Ze bedenkt een naam (Maandag), geeft hem te eten en leert hem zwemmen. En Maandag begrijpt alles wat Klaar hem vertelt! Hij praat zelfs terug – al is Klaar de enige die dat kan horen. Hij helpt Klaar ook als dat nodig is. Als juf Aaf op bezoek komt bijvoorbeeld. Maar dat loopt niet goed af…