Op een gemiddelde dag is Julien Althuisius vader, een geliefde, een zoon, een slechte klusjesman, een redelijke kok en soms ook een chagrijnige clown. Bovenal is hij schrijver en legt hij zijn leven vast: hoe zijn dochters opgroeien, vreemden die ruziemaken op straat, een mislukte ontmoeting met David Beckham, kalknagels affknippen voor het oog een aantrekkelijke doktersassistente, verhuizen, verbouwen, het afscheid van een stad, de keuze tussen een kast in elkaar zetten of seks en een heel enkele keer een overpeinzing over bloemkool. Soms gaan Althuisius' verhalen over niets, soms over alles. Allemaal vieren ze het leven, hoe groot of hoe klein zich dat ook aandient. Twee keer per week schrijft Althuisius in de Volkskrant met verwondering over zijn leven. In Maar ik wil helemaal geen moderne man zijn staan zijn beste stukken, aangevuld met een aantal nieuwe langere essays.