Op de dag dat Hugo Tempelman een brief ontvangt van zijn arts neemt hij zonder de envelop te openen een besluit. Jan Siebelink laat hem zijn auto starten. ‘De dag lag voor hem, zonder dat een morgen daagde. Geen dag als alle andere.’ De lezer volgt Hugo vanaf dat moment op de voet en leert hem ten diepste kennen; een vertrouwd personage dat feilloos past in het rijke oeuvre dat zich voornamelijk afspeelt op en rond de geboortegrond van de auteur. Toch is deze roman anders. Voor het eerst onderbreekt Jan Siebelink het verhaal om in gesprek te gaan met zijn hoofdpersonage. Daarmee legt hij zichzelf op de divan. ‘Probeer eens wat nuchterder, volwassener tegen deze dingen aan te kijken,’ maant Hugo hem. ‘Blijf niet zo op die dingen hameren. Laat het leven vloeiend zijn. Probeer wat minder zwaar op de hand te zijn. En, erover nadenkend, als ik heel eerlijk ben, vind ik je ook wel erg hypocriet.’ Niet alleen speelt Jan Siebelink hiermee literair gevaarlijk spel, persoonlijker was hij nog nooit.