In de buurt van Villasimius woont de vrijgevige madame Agnese, eigenaresse van een eenvoudig hotel aan zee. Ze zou rijk kunnen zijn als ze haar grond verkocht, maar vakantiedorpen aan de kust is het laatste wat ze wil. Geld vindt ze niet belangrijk – geluk wel, maar juist daar wringt het. Zelfs de magie, waarin ze heilig gelooft, lijkt haar hierbij in de steek te laten.
Madames voorliefde voor magie slaat over op het jonge meisje dat dit komische, ironische, maar soms ook verdrietige verhaal vertelt. Bij madame kan ze even vergeten dat haar goklustige vader is verdwenen en haar moeder daardoor het bed niet meer uit komt. Bij haar geniet ze van het verlaten witte kiezelstrand, de geurige mediterrane macchia, de hemelsblauwe zee, waarin ze om het hardst zwemmen en terug in madames hotel van haar zelfgebakken brood, overheerlijke frittata en verrukkelijke amandelkoekjes.