Van de kleine kruidenier om de hoek tot vernieuwende winkelketen.
Tegelijk met de opkomst van het grootwarenhuis deed omstreeks 1870 nog een innovatief winkelconcept zijn intrede: de winkelketen in voedingswaren. Met de oprichting van ‘Delhaize Frères & Cie’ in 1867 onderging het alledaagse boodschappen doen een ware revolutie. De onderneming vervulde een pioniersrol in België en Europa maar voor de kleine onafhankelijke kruideniers betekende hun komst grote concurrentie.
In ‘Mag het iets meer zijn?’ brengt Nelleke Teughels op basis van origineel bronnenmateriaal en oorspronkelijke iconografie, waaronder fraaie foto’s en prenten maar ook verpakkingen en voorwerpen, op levendige wijze aanschouwelijk hoe de introductie van de winkelketen in voedingswaren de ervaring van het winkelend publiek in sociale, culturele en materiële zin veranderde. De auteur plaatst dit Belgische verhaal in het licht van de internationale ontwikkelingen in de kleinhandel. Reclamepraktijken, de organisatie van de Delhaizewinkels, de ideologie van het bedrijf en de materiële inrichting van winkels en etalages grepen naadloos in elkaar en hadden een onmiskenbare weerslag op de dagelijkse routine van de consument en zijn deelname aan de zich snel ontwikkelende consumptiemaatschappij.
Tegelijk met de opkomst van het grootwarenhuis deed omstreeks 1870 nog een innovatief winkelconcept zijn intrede: de winkelketen in voedingswaren. Met de oprichting van ‘Delhaize Frères & Cie’ in 1867 onderging het alledaagse boodschappen doen een ware revolutie. De onderneming vervulde een pioniersrol in België en Europa maar voor de kleine onafhankelijke kruideniers betekende hun komst grote concurrentie.
In ‘Mag het iets meer zijn?’ brengt Nelleke Teughels op basis van origineel bronnenmateriaal en oorspronkelijke iconografie, waaronder fraaie foto’s en prenten maar ook verpakkingen en voorwerpen, op levendige wijze aanschouwelijk hoe de introductie van de winkelketen in voedingswaren de ervaring van het winkelend publiek in sociale, culturele en materiële zin veranderde. De auteur plaatst dit Belgische verhaal in het licht van de internationale ontwikkelingen in de kleinhandel. Reclamepraktijken, de organisatie van de Delhaizewinkels, de ideologie van het bedrijf en de materiële inrichting van winkels en etalages grepen naadloos in elkaar en hadden een onmiskenbare weerslag op de dagelijkse routine van de consument en zijn deelname aan de zich snel ontwikkelende consumptiemaatschappij.