Magus, die Bruderschaft,
'Habemus papam!' Eén enkel schot klinkt, gevolgd door een moment van volledige stilte dat een eeuwigheid lijkt te duren. Dan stijgt een bloedstollende schreeuw uit boven de menigte die zich op het Sint-Pietersplein heeft verzameld. De nieuwe paus is vermoord...
De moordenaar zwijgt in alle talen over zijn daad, maar heeft één laatste wens: een gesprek onder vier ogen met Bisschop Corsetti. Ze kennen elkaar van vroeger en de man smeekt Corsetti een kist op te halen uit een winkeltje. De inhoud ervan is zeer geheim en van levensbelang voor de katholieke Kerk en de mensheid.
Eind jaren veertig, de Tweede Wereldoorlog ligt nog vers in het geheugen. Enkele gewezen leiders van het Derde Rijk komen bijeen met een krankzinnig plan om hun oude idealen te verwezenlijken. Op een afgelegen landgoed bij Kimberley in Zuid-Afrika krijgen Europese jongens een haast militairistische opleiding, om hen voor te bereiden op een uitverkoren taak. Een van de jongens, Friedrich von Keipen, ontwikkelt zich tot de nieuwe leider van deze Simonische Broederschap. Deze Magus gaat letterlijk over lijken om met zijn broederschap te infiltreren in de katholieke Kerk. Hun doel is de macht over de kerk en daarna over de wereld te verkrijgen.
Vijftig jaar later lijkt de broederschap in zijn opzet geslaagd: een van de Simonische broeders verlaat het conclaaf als paus Gregorius XVII.