In tien hoorcolleges ontsluit Vergeer op onorthodoxe wijze de tien symfonieën van Mahler, met grappige en ontroerende verhalen. Over de eerste keer dat hij muziek van Mahler hoorde, of over die keer op het schoolkamp dat hij niet één vogelgeluid wist te herkennen, of over de levensvragen van zijn driejarige zoon.
Gaandeweg de colleges komt toch vooral Mahlers energieke gedrevenheid weer naar voren, de uitbundige, lawaaierige en vrolijke Mahler krijgt weer de overhand. Muziek roert dieper in ons gevoelsleven dan wij denken, concludeert Vergeer, en geeft wel degelijk een antwoord op de dood. Het resultaat is een inspirerende gids bij het werk van Gustav Mahler, voor eenieder die het maar horen wil.