Malterfoske is een meeslepende novelle over zeven generaties Groningse armoedzaaiers op de klei. Er is incest, armoede, ziekte, uitbuiting, uitzichtloosheid. De bewoners van het buurtschap Malterfoske zitten vastgeklonken aan hun DNA, hun geboortegrond en de tijd. Lammert Voos schildert onbarmhartig het harde leven van een geslacht van boerenarbeiders, schippers, klompenmakers, pooiers en dienstmeiden. Voos' liefde voor het Groningse land lezen we terug in korte, poëtische natuurpassages.
De novelle is ingedeeld in zeven hoofdstukken met bijbelse titels. Er is een onnadrukkelijke alwetende verteller aan het woord maar in het laatste surrealistische hoofdstuk, 'Genesis', kijken we door de ogen van een grootmoeder. Het blijkt de opoe van de auteur.
Malterfoske is een ontluisterend verhaal over een geslacht van sloebers in een godvergeten land, een confronterend sprookje dat voor een (te) flink deel zijn wortels heeft in de historische werkelijkheid.
De novelle is ingedeeld in zeven hoofdstukken met bijbelse titels. Er is een onnadrukkelijke alwetende verteller aan het woord maar in het laatste surrealistische hoofdstuk, 'Genesis', kijken we door de ogen van een grootmoeder. Het blijkt de opoe van de auteur.
Malterfoske is een ontluisterend verhaal over een geslacht van sloebers in een godvergeten land, een confronterend sprookje dat voor een (te) flink deel zijn wortels heeft in de historische werkelijkheid.