Een kindje wordt te vondeling gelegd op een pleintje in Zuid-Korea. Op haar kleding ligt een briefje waar haar naam op staat. Ze wordt gevonden, naar het kindertehuis gebracht en geadopteerd door Nederlandse ouders. Een prachtig verhaal, strik eromheen, klaar.
Maar 36 jaar later blijkt dit verhaal niet te kloppen. Mischa is helemaal niet te vondeling gelegd, haar vader heeft haar op een dag zelf naar het kindertehuis gebracht. En dat besef verandert alles. De manier waarop ze naar haar adoptie kijkt. Haar eigen levensverhaal. De manier waarop ze zelf liefheeft.
Ze kan niet anders dan op zoek gaan naar antwoorden. Hoe kun je als vader je kind wegdoen? En waarom liet haar moeder haar achter bij haar vader? En lijkt ze eigenlijk op haar moeder? Mischa gaat op zoek, en ze belooft zichzelf: dit wordt de allerlaatste poging om haar te zoeken, daarna moet ze door. Zoals echte Koreanen doen. Maar het enige dat ze van haar moeder weet, is haar naam: Lee Pyung Soon. Oftewel, Mama Lee.