Hij was geen man, toch leek hij op een man. Zijn haar was wit als van een albino, toch was zijn gezicht licht gebronsd. Zijn ogen hadden een jongensachtige, intelligente blik. Zijn nagels waren kunstmatig, omdat hij van nature geen nagels had. Hij was menselijk, maar niet echt een mens, toch was hij gevoelig voor liefde, angst, pijn en medelijden.
Zijn naam is Newton, een buitenaards wezen, alleen op aarde…
Walter Tevis beschrijft in deze klassieke sciencefictionroman op geloofwaardige en realistische wijze wat Newton denkt en voelt, zijn krachten en verwarring in een voor hem vreemde wereld.