Mândraga is de naam van het landgoed in Roemenië dat honderden jaren in bezit was van de familie. Arvanitidis, tot het door het communistische regime werd onteigend. Rond Mândraga speelt zich de geschiedenis af van twee families, een joodse en een Griekse, die het landgoed bewoonden en de inval van de Russen trotseerden, maar uiteindelijk moesten vertrekken, en het is Mândraga waar de hoofdpersoon Ira Arvanitidis na jaren weer terechtkomt. Een jonge vrouw, Ira, net als de auteur sinds 1982 in Nederland, reist in 1994 naar Boekarest, waar haar vader stervende is. Hoofdstukken over haar leven en gevoelens worden afgewisseld door terugblikken op de geschiedenis van haar familie en van Roemenië na 1944. Toen gaven haar grootouders van vaderszijde op hun landgoed Mândraga onderdak aan haar Joodse grootouders van moederszijde. Dan nemen de Russische bezetters de plaats in van de Duitse, het landgoed wordt geconfisqueerd en de grootvaders laten het leven. De grootmoeders en hun kinderen blijven bij elkaar in een volgepakt huis in Boekarest. Als Ira bij haar ouders komt, zit alles van het verleden in dozen en de as van haar voorouders in koffieblikken. Krijgen ze nog iets terug van Mândraga? De onzekerheid en de paranoia zijn na de revolutie nog niet verdwenen. Na de dood van haar vader strooit Ira alle as uit op de grond van Mândraga.