In een verlaten herberg, ergens op de Spaanse hoogvlakte, beleeft de jonge, uit de Lage Landen afkomstige edelman Alphonse van Worden een adembenemende nacht met twee Moorse prinsessen. De volgende ochtend ontwaakt hij op een galgeveld, met een strop om zijn nek. In het vervolg van deze wonderbaarlijke roman raakt Alphonsew verstrikt in een reeks fantastische avonturen. Hij ontmoet de meest uiteenlopende mensen, die hem stuk voor stuk hun levensverhaal vertellen: alchemisten, oplichters, en bandieten, zigeuners en kabbalisten, huurmoordenaars en hertoginnen, pelgrims, wiskundigen en sjeiks.