Maria Salomé breekt met de klassieke theatertekst, doordat er geen duidelijk plot en zelfs geen afgelijnde personages in de tekst aanwezig zijn. De tekst is eerder een woordenstroom, en het houvast, zelfs het onderscheid tussen regie-aanwijzingen en tekst, verdwijnt daarmee. Peter Verhelst vond inspiratie in de verhalen over het labyrint en de mythe van Prometheus uit de oudheid, en in het verhaal van een vrouwelijke matador, Maria Salomé, die achteraf een man bleek te zijn. De gemene deler tussen deze verhalen is bloed, of geweld en liefde, lijden en overgave. Het gaat over hoe we geraakt willen worden en elkaar willen raken, en daarbij iets willen treffen dat zo onbereikbaar lijkt dat de meest krasse maatregelen zich opdringen.