De markiezin bevat vijfenzestig beeldende en grillige prozaminiaturen. Merkwaardige, fantastische monologen over bijvoorbeeld de gouden bustehouder van Mata Hari, de jurisprudentie der Germanen, de nutteloosheid van een bezigheid als stofzuigen, worden afgewisseld met herinneringen aan Pappa en de moeder, en aan een wereld die in één klap wordt weggevraagd, als in het Franse lied Tout va bien, Madame la Marquise.