Marten Toonder senior werd in 1879 geboren in Warffum. Onder armoedige omstandigheden groeide hij op bij zijn grootouders. Toen zijn grootvader tijdens een storm op de Waddenzee verdronk, werd de situatie nog erbarmelijker: de jongen moest zijn best doen ook geld binnen te brengen. Op tienjarige leeftijd kreeg hij zijn eerste langdurige baantje als eierzoeker op het dan nog bewoonde eiland Rottumeroog.
Na zijn militaire dienst zag hij in dat hij meer uit het leven wilde halen. Hij monsterde aan op de grote vaart, leerde als twintiger lezen en schrijven en wist het uiteindelijk tot kapitein te schoppen. Intussen trouwde hij en kreeg hij twee zoons: Marten (1912) en Jan Gerhard (1914), die beiden schrijver werden. Onder hun invloed publiceerde hij in 1954 zijn herinneringen aan de grote vaart aan het begin van de twintigste eeuw.
Dit boek is veel meer dan een biografie van een relatief onbekende man die pas in de herfst van zijn leven via zijn zonen enige bekendheid kreeg. Het schetst ook het leven op het platteland eind negentiende eeuw: standsverschillen, armoede, kinderarbeid, emigratie, landbouwcrisis, etc. Het boek laat zien hoe leven en werken er op een klein Waddeneiland aan toegingen. Ook het maritieme leven in de eerste helft van de twintigste eeuw, inclusief twee wereldoorlogen, komt voor het voetlicht. Het boek vertelt hoe Senior voor zijn zonen een inspirator was als verhalenverteller en illustrator.
Erik de Graaf (1958) woont in Warffum en is historicus en leraar Duits. Hij publiceerde al vele artikelen over literatuur, over Duitsland, de DDR en Oost-Europa.