Zoals alle tragici putte Euripides (ca. 485-406 v. Chr.) zijn stof uit de bekende mythologie, maar zijn realistische uitbeelding daarvan schokte zijn tijdgenoten. Eigenlijk is iedereen in Euripides' werk slachtoffer van de gewelddadige grilligheid van het bestaan en de willekeur van de zogenaamde goden. Mensen vernietigen het dierbaarste wat zij hebben, het onschuldige kind, dat alles onbegrijpend over zich heen ziet komen. Zoals ook in andere stukken van Euripides staat in Medea kindermoord centraal, in dit geval als de verwoestende wraak van een vernederde vrouw.