Sigrid Bousset voerde een reeks openhartige gesprekken met deze reus uit de Vlaamse letteren. Die ontmoetingen vormen de grondstof voor deze ‘orale autobiografie’. Michiels vertelt uitgebreid over zijn jeugd in de kleine dorpsgemeenschap Mortsel, over zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog en over zijn pioniersrol in de kunstwereld in de jaren vijftig.Terugkerend element in deze geschiedenis is een vast Michiels-thema: het altijd verraderlijke geheugen. Dit boek brengt een intiem verslag van een leven, een menselijk portret van een bijzondere en eigengereide kunstenaar, maar net zo goed een indringend tijdsbeeld van de vorige eeuw in Vlaanderen.