Twee aan twee schuiven zijn leerlingen in hun houten bankjes. Terwijl
ze kliederen met kroontjespennen, steekt meester Janus nog 'ns
zo'n lekkere Schimmelpenninck-sigaar op. En juf Marjan, zij hangt
haar baby in de kring even rustig aan haar tiet. Het lijkt ontzettend
lang geleden, maar veel leraren herinneren zich nog precies hoe het
er vroeger aan toe ging op school.
In Meester Mark graaft door vertellen tientallen onderwijzers in
hart en nieren hoe hun beroep in ruim een halve eeuw is veranderd.
Nonnen geven breiles met stug katoenen garen. Wie niet braaf mee
doet, verdwijnt tijdelijk in het kolenhok.
Door lokalen fladderen adderen zebravinkjes, in koffiekamers dribbelen
cavia's. Het schoolhoofd dat een tv-toestel aanschaft, krijgt een meute
vaders op zijn dak: Gaat dat niet te ver?
Het wordt nog veel gekker. De leerlingen van meester Ter Voorde
noemen hem opeens 'Henkie'. En wie wandelen daar de school binnen:
Leesmoeders? Pas op hoor, straks nemen ze de tent over!
Krijtjes worden vervangen door digipennen, werkboekjes wijken voor iPads.
En van elke 'scheet' die leerlingen laten, wordt een verslag gemaakt.
Maar terwijl de meesters afhaken, blijven de juffen hun werk trouw. Want
of het nou 1950 is, of 2016: Leerkracht zijn, blijft natuurlijk het mooiste
beroep van de wereld.